Managementsamenvatting

Overall conclusies

Op basis van het MPG 2016 zijn de volgende overall conclusies te trekken:

  1. De omvang van het leegstaand vastgoed neemt af voor de segmenten bedrijven en detailhandel.
  2. Wonen is het enige vastgoedsegment waar groei is voorzien. Deze komt voort uit zowel de groei in het aantal huishoudens door de huishoudensverdunning -er komen meer een- en twee persoonshuishoudens- als door de groei van de bevolking.
  3. In het stedelijk woningbouwprogramma is voor iets meer dan 5 jaar programma opgenomen in vastgestelde bestemmingsplannen. Inzet is realisatie van de bestaande planvoorraad en het faciliteren van projecten die aanvullend zijn op het bestaande vastgoed en de huidige planvoorraad. Het is wenselijk dat een deel van het programma ingezet wordt voor transformatie van leegstand vastgoed. Echter, slechts een beperkt deel van het leegstaand vastgoed komt in aanmerking voor transformatie naar woningen. Hierdoor is een plan van aanpak op leegstaand vastgoed noodzakelijk.
  4. Door sturing op het stedelijk woningbouwprogramma is er inmiddels voldoende flexibiliteit in het stedelijk woningbouwprogramma gecreëerd om projecten die aansluiten bij de marktvraag en lange termijn behoefte te faciliteren. Fasering en prioriteren van projecten blijft hierbij cruciaal. We trekken op met marktpartijen en corporaties om ieder vanuit haar eigen rol een bijdrage te leveren aan de woonopgave waar we gezamenlijk voor staan.
  5. De huidige 26 grondexploitaties staan er financieel beter voor dan een half jaar geleden. De vraag naar bouwgrond voor woningen en bedrijven trekt aan; Bovendien profiteren de grondexploitaties van een lagere rekenrente.
  6. Het aantal gemeentelijke grondexploitaties loopt steeds verder terug. Anderzijds wil de gemeente wel de regie houden op de stedelijke programmering van haar stad, gezien de actuele opgaven die er liggen op het gebied van onder andere de sociale huur en de bouw van middeldure huurwoningen. Een onderzoek vindt plaats naar het instrumentarium behorende bij het grondbeleid om te bepalen op welke wijze dit het beste ingezet kan worden gezien de diverse opgaven. Het onderzoek is naar verwachting eind dit jaar afgerond.

Wonen

Woningmarkt

  • De economie herstelt zich en ook de woningmarkt trekt aan. Dit is met name te zien in de koopsector, waar de vraag naar koopwoningen is toegenomen. Het aantal verkochte woningen neemt toe en de prijzen stijgen. De huizen staan daarbij minder lang te koop.

Planvoorraad woningbouw

  • De gemeente Breda heeft voor iets meer dan 5 jaar aan programma in de harde plancapaciteit (4.202 woningen) voor de realisatie van woningen. Een deel van deze plannen komt in de tweede vijf jaars periode tot ontwikkeling. Hierdoor is er flexibiliteit in het programma om mee te werken aan kwalitatief goede projecten die eerder worden gerealiseerd. Voor de tweede vijf jaars periode dienen verdere keuzes gemaakt te worden over de verdeling van het programma over de stad. De Structuurvisie Breda 2030 is hierbij het kader.
  • De gemeente Breda heeft naast de woningen in de harde plancapaciteit voor 1.786 woningen een positief besluit genomen en aan de hand daarvan programmaruimte gereserveerd. Dit is de zachte plancapaciteit. Voor deze woningen loopt het planproces waarbij verschillen zijn in de opstartperiode en het tempo van de projecten.  De snelheid waarop deze plannen klaar zijn, is afhankelijk van veel zaken (onder andere omgeving, grondeigenaar, initiatiefnemer, onderzoeken). Hierdoor worden deze woningen niet tegelijk op de markt gebracht.
  • Dit jaar (januari tot juli 2016) zijn initiatiefplannen voor de bouw van 404 woningen (bruto) ingediend. Een deel hiervan is vervangende nieuwbouw, waardoor de toevoeging aan de woningvoorraad lager uitvalt. Een aantal initiatiefplannen is daarnaast negatief beoordeeld vanuit de geldende kaders omdat er onvoldoende kwaliteit werd aangetoond. Voor de bouw van 240 woningen (netto toevoeging) is door het college een positief principebesluit genomen en zijn de woningen gereserveerd. Voor een aantal projecten wordt realisatie gefaciliteerd met een omgevingsvergunning met afwijkingsprocedure. Hierdoor is er een korte planvormingsperiode en kan relatief snel worden gerealiseerd.
  • Bij een aantal projecten zijn er onduidelijkheden over de uitwerking. Bij deze projecten heeft het college besloten samen met de initiatiefnemer een haalbaarheidsstudie te volgen. Als blijkt dat het project haalbaar is, wordt programmaruimte gereserveerd aan de hand van een collegebesluit en kan het project verder gebracht worden in de vorming van het plan.
  • De gemeente Breda heeft inmiddels regie op het woningbouwprogramma en er is flexibiliteit gecreëerd om mee te kunnen werken aan wenselijke projecten die bijdragen aan de kwaliteit van de stad.
  • Om op termijn voldoende woningen in de realisatiefase te hebben, is het noodzakelijk dat projecten waarvoor het bestemmingsplan door de gemeenteraad is vastgesteld in aanbouw worden genomen.

Productie

  • In 2015 zijn 626 woningen toegevoegd aan de woningvoorraad. Dit is aantal is lager dan wat er in regionaal verband is afgesproken (gemiddeld 818 woningen per jaar, RRO). Hierbij wordt opgemerkt dat de regionale afspraken in 2015 verhoogd zijn, van 653 woningen naar 818 woningen. In de harde plancapaciteit in 2014/2015 was voldoende planvoorraad aanwezig. Echter gezien de marktomstandigheden is er niet eerder met meer woningen gestart met de bouw.
  • Op 1 juli 2016 (peildatum) zijn omgevingsvergunningen verleend voor de bouw van in totaal 1.786 woningen. Hiervan zijn 1.043 woningen in aanbouw. Het merendeel hiervan wordt echter pas in 2017 opgeleverd. Dat betekent dat het beoogde aantal opleveringen voor 2016 lager zal zijn. Redenen hiervoor zijn de langzaam aantrekkende bouwsector, de vertraging van een aantal grote projecten (Breda Vooruit & Study studio Park) en ook het niet starten van het project Klokkenberg, dat onderdeel is van de harde plancapaciteit.
  • Voor 2017 volgt de oplevering van drie grote woningbouwprojecten om te voorzien in de behoefte aan studentenhuisvesting. Het gaat om de projecten T63 en Stuworld aan de Tramsingel en Study Studio Park Breda aan de Rat Verleghstraat. Daarnaast is de verwachting dat nog dit jaar gestart wordt met het woningbouwproject aan de Teteringsedijk 97 wat ook gericht is op studentenhuisvesting.

Beleidsopgaven

  • Op dit moment is er een tekort aan woningen in het goedkope (tot €403) en betaalbare segment (€403-€618). De analyse van de oorzaken, de ontwikkelingen en de beleidsopgaven worden verwoord in de aanvulling op de Woonvisie Breda die op dit moment in de maak is. Er ligt een uitbreidingsopgave in de (sociale) huurvoorraad van Breda. Op dit moment zijn al maatregelen genomen in de bestaande woningvoorraad. Dit gebeurt op verschillende manieren:
  • Inzetten op het behouden van de bestaande voorraad.
  • Het terugbrengen van het aantal verkopen.
  • Het uitstellen van sloopplannen.
  • Het aftoppen van huurprijzen.
  • Het doorvoeren van energetische maatregelen.
  • Woningdelen  zodat meerdere huishoudens in een woning kunnen wonen.
  • Om op korte termijn te kunnen voorzien in het grote tekort van dit moment dient nog dit jaar te worden gestart met de realisatie van tijdelijke huurwoningen en dient voor 1 juli 2019 gestart te zijn met de bouw van 1.000 huurwoningen met betaalbare huur.
  • Bepaalde middeninkomens vallen tussen wal en schip en vinden moeilijk woonruimte. Gestreefd wordt naar uitbreiding van particuliere huur in het middeldure segment (€710,68 - €900).
  • De gemeente Breda voldoet aan de huidige opgave van het Rijk om statushouders te huisvesten.
  • Ouderen moeten langer zelfstandig thuis wonen. Dit vraagt voldoende geschikte woningen voor een ouder wordende bevolking. Dat vraagt voor een belangrijk deel dat mensen de eigen woning aanpassen en geschikt maken. Maar voor een deel zullen mensen ook op zoek gaan naar andere mogelijkheden. Daarom dient in het programma rekening te worden gehouden met de ouder wordende bevolking.  
  • Er zijn alleen nog maar een aantal grote kavels beschikbaar op gemeentegrond voor nieuwe plannen van burgers die zelf een woning willen bouwen ((C)PO). Uit het uitgiftetotaal wordt geconstateerd dat de vraag nog steeds aanwezig is. Nagegaan wordt of voor deze doelgroep door gemeente opnieuw kavels beschikbaar moeten worden gesteld.   

Bedrijven

Bedrijventerreinen

  • In 2015 is de uitgifte duidelijk aangetrokken, maar nog steeds laag (4,2 ha t.o.v. 0,8 ha in 2014). Vermoedelijk komt deze lage uitgifte door de economische omstandigheden. Ook sluit het beschikbare aanbod niet altijd aan bij de vraag die bedrijven hebben. De verwachting is dat in 2016 weer meer bedrijventerrein wordt uitgegeven. Tot 1 september 2016 is reeds 4,4 ha uitgegeven.
  • Sinds 2008 neemt de uitgifte op bestaande terreinen toe. In de periode 2008-2015 heeft 69% van de uitgifte betrekking op bestaande terreinen. In 2015 is echter meer nieuw dan bestaand terrein uitgegeven door het beschikbaar komen van Rithmeesterpark.
  • De uitgifte van de woon-werk kavels op Werkdonken is sinds het uitbreken van de crisis volledig stil komen te liggen. Bezien moet worden of voor deze kavels een andere invulling gezocht moet worden.
  • Ten opzichte van het vorige jaar is de verkoop/verhuur van bedrijfsruimten in Breda gestegen met 47%. Dit is lager dan in de regio, maar wel hoger dan het landelijke gemiddelde. Opvallend is het grote aandeel panden groter dan 5.000 m². De verwachting is dat 2016 een verder duidelijk herstel laat zien.
  • In de periode 2016-2019 is de verwachting dat maximaal 48 ha aan bedrijventerreinen nodig is om aan de vraag te voldoen. Bedrijven kunnen zich vestigen op bestaande en nieuwe terreinen, waarbij zoveel mogelijk op bestaande terreinen wordt gerealiseerd. De beschikbare plancapaciteit bedraagt momenteel 110 ha, waarvan 52 direct en 58 niet direct uitgeefbaar.
  • De regionale prognose voor bedrijventerreinen wordt momenteel herzien. In het RRO West-Brabant van december 2015 is het “position paper” inmiddels vastgesteld. Deze moet in 2016 leiden tot een nieuwe kwantitatieve en kwalitatieve opgave en nieuwe afspraken voor bedrijventerreinen in West-Brabant. Met name in de sectoren klein- en grootschalige logistiek (bedrijven met een omvang tot 5 ha) liggen voor Breda kansen, maar dan moet wel het juiste aanbod (grotere, goed ontsloten kavels) beschikbaar zijn.
    Aangezien de markt voor bedrijventerreinen duidelijk aantrekt, is het zaak de regionale afspraken op afzienbare termijn vast te leggen.
  • Een betrouwbaar actueel inzicht in de leegstand van de bedrijfsruimtemarkt ontbreekt. De inschatting is dat de leegstand van Bredase bedrijfsruimte tussen de 8 en 13% ligt. Speciale aandacht behoeft de agrarische sector. Het agrarisch vastgoed binnen de gemeente Breda is circa 1,3 miljoen m² bvo, waarvan op dit moment circa 107.000 m² leeg staat (WOZ gemeente Breda per 01-07-2016). Dit is een daling van ca 11% t.o.v. vorig jaar. De exacte oorzaak hiervan is niet bekend. Ten behoeve van de integrale leegstandsaanpak, die betrekking heeft op alle vastgoedsegmenten, wordt in het najaar een voorstel aan het bestuur voorgelegd.
  • Verwacht wordt dat op de langere termijn de vraag naar bedrijventerrein zal afnemen met als gevolg dat er geen sprake is van een dreigend overaanbod. In de periode 2020-2040 is sprake van een extra behoefte aan bedrijventerreinen ten opzichte de huidige hoeveelheid in de oostflank van West-Brabant (+165 ha netto).
    Wat dat voor Breda precies betekent kan nog niet worden ingeschat. Feit is dat Breda geen concrete plannen heeft voor nieuwe bedrijventerreinen. Bavel-Zuid en fase 2 Rithmeesterpark/’t Hout zijn uitgesteld. Een aanbod van 110 ha voor een periode van 25 jaar (gemiddeld 4,3 ha) is te overzien.  Tevens zal van de voorziene 58 ha (niet direct-uitgeefbaar) naar verwachting nog een deel worden omgezet naar andere functies.

De gunstige ligging direct aan de A16 en de directe beschikbaarheid zorgen ervoor dat Rithmeesterpark een gewilde locatie is. Inmiddels is 1,7 ha verkocht, 1,5 ha gereserveerd en is nog 9 ha vrij. Mede gezien de gunstige economische omstandigheden en de lange doorlooptijd om een bedrijvenlocatie tot ontwikkeling te brengen, wordt geadviseerd te onderzoeken of de planvorming voor fase 2 dient te worden opgestart.

  • Van de beschikbare plancapaciteit van 114 ha is 20,6 ha opgenomen in de gemeentelijke grondexploitaties. In de grondexploitaties is uitgegaan van een gemiddelde jaarlijkse uitgifte van circa 2,1 ha over de periode 2015 t/m 2024. Het grootste aandeel is opgenomen in Rithmeesterpark.

Kantoren

  • In de periode 2015-2030 is er een vraag naar kantoorruimte van circa 194.000 m² bruto vloeroppervlak (bvo). Slechts 7.000 m² hiervan betreft uitbreidingsvraag van bedrijven in economische sectoren die groei verwachten. De overige 187.000 m² bvo betreft vervangingsbehoefte van verouderde, niet-courante kantoren.
  • Een betrouwbaar actueel inzicht in de leegstand van de kantoren ontbreekt, maar op grond van de diverse bronnen die beschikbaar zijn is de inschatting dat de leegstand van Bredase kantoren tussen de 17 en 22% ligt. Volgens de BAG heeft Breda een totale kantorenvoorraad van circa 766.000 m² vvo (881.000 m² bvo). Hiervan staat per mei 2016 circa 20% leeg (156.000 m² vvo, 179.000 m²  bvo). Van deze leegstand is 33% structureel (langer dan 3 jaar). De leegstand in Breda is ten opzichte van september 2011 met 6% gestegen.
  • Breda wil in 2030 het niveau van 5% frictieleegstand (gezonde verhouding tussen vraag en aanbod) bereiken op de kantorenmarkt. In de huidige situatie betekent dit dat de leegstand verminderd moet worden met circa 135.500 m² bvo. Dit kan worden gerealiseerd door het vinden van nieuwe kantoorgebruikers voor het courante deel van de voorraad, transformatie van panden naar andere functies of sloop.
    Met name in het gebied Gasthuisvelden (o.a. belastingkantoor en rechtbank) is de opgave omvangrijk.

Daarnaast zal het deel van de 187.000 m² bvo vervangingsvraag (nieuwbouw, of in panden die nu een andere functie hebben) eveneens geschrapt moeten worden in de huidige voorraad .

  • De overprogrammering is sinds het in werking treden van de Kantorennota Breda 2020 aangepakt. De huidige harde plancapaciteit is echter nog steeds omvangrijk en bedraagt 390.500 m² bvo en is daarmee aanzienlijk groter dan de vraagomvang van 194.000 m² bvo. De gemeente zet in op het nog eens schrappen van 208.500 m² bvo, onder meer in het gebied rondom de Claudius Prinsenlaan (ca. 129.000 m²). Getracht wordt deze de komende jaren weg te bestemmen.
    De focus qua realisatie van nieuwbouw is gericht op de projecten binnen Via Breda en de projecten binnen de A16-zone. Deze nieuwbouwprojecten voorzien in een deel van de kwalitatieve behoefte.
  • De laatste jaren is een tendens zichtbaar van kleine kantoren die hun intrek nemen bij bedrijven op bedrijventerreinen. Dit leidt tot een ongewenste toename van de kantorenvoorraad. In de regionale kantorennota is bestuurlijk afgesproken om strikt en direct te handhaven op illegaal kantoorgebruik. Deze afspraak maakt onderdeel uit van het regionale kantorenconvenant. De verwachting is dat dit convenant begin 2017 wordt vastgesteld. Op lokaal niveau dienen de afspraken vervolgens verder uitgewerkt te worden.

Detailhandel

  • Voor Breda is de uitdaging met de binnenstad in de top van de sterke winkelgebieden van Nederland te blijven. Dit betekent blijven vernieuwen en blijven investeren. Er is nog steeds belangstelling van (inter)nationale retailers voor een vestiging in de binnenstad van Breda. De voorkeur gaat uit naar bestaande A1 locaties.
  • In Breda is in 2015 meer winkelruimte verkocht en verhuurd dan in 2014.
  • De sterke afname van het winkelaanbod in Breda komt door het schrappen van het nieuwbouwplan Achter de Lange Stallen.
  • In Breda is het percentage aantal leegstaande panden lager dan het gemiddelde percentage voor de provincie Noord-Brabant en gemeenten >= 100.000 inwoners maar hoger dan het percentage in Den Bosch en Tilburg. Daarentegen heeft Breda het laagste percentage leegstaand winkelvloeroppervlak.
  • Wat betreft het percentage leegstaande panden (8,2%) scoort Breda hoog in vergelijking met referentie-gemeenten. Behalve ten opzicht van Maastricht en Leiden;
  • De leegstand in m² vloeroppervlakte is procentueel (7,3%) in Breda duidelijk lager. Behalve ten opzichte van Arnhem en Zwolle.

Leisure

  • Het aantal toeristische bezoekers loopt al jaren terug. In 2015 nam Breda de 12de positie in waar het gaat om het aantal toeristische bezoeken en bezoekers.
  • In samenwerking met de VVV en andere (toeristische) partners werkt de gemeente aan de totstandkoming van een citymarketingorganisatie die medio 2017 haar deuren moet openen. De VVV-taken worden hierin ondergebracht.
  • Het belangrijkste toeristische aanbod van Breda, de binnenstad, wordt verder versterkt als belangrijk vrijetijdsmilieu. De komst van hotel Nassau, de Gasthuyspoort, het nieuwe station en de Willemstraat, een aanlegsteiger bij Park Valkenberg (najaar 2016), de nieuwe verlichting van de Grote Kerk (december 2016) en de komst van het landelijke evenement Serious Request (december 2016) maken dat de binnenstad weer aantrekkelijker wordt voor de bezoekers.
  • Breepark is volop in ontwikkeling. De Kinepolis bioscoop en de Decathlon zijn geopend en hebben al veel bezoekers mogen ontvangen. De oplevering van de evenementenhal is voorjaar 2017 gepland.  
  • De gemeente heeft in overleg met de hotelsector besloten een hotelonderzoek uitvoeren. Doel is te zorgen voor evenwicht tussen het aantal initiatieven voor nieuwe hotels en de marktruimte die er is. De definitieve studie zal worden vertaald naar een hotelbeleid.  

Maatschappelijke voorzieningen

Zorg

  • Een deel van de verzorgingshuizen voor ouderen wordt omgebouwd voor zwaardere zorgverlening, zoals verpleeghuisplaatsen.
  • Een deel van de ouderenappartementen in verzorgingshuizen wordt omgezet naar zelfstandige woningen door de benodigde voorzieningen te realiseren en een huisnummer aan te vragen. Doelgroepen die landelijk gehuisvest worden in deze woningen zijn onder andere ouderen, studenten, statushouders, mensen uit Beschermd Wonen en arbeidsmigranten.
  • Een deel van de verzorgingshuizen wordt verkocht ten behoeve van andere functies.
  • Panden voor begeleid wonen worden in de meeste gevallen afgestoten.

Onderwijs

  • Scholen ontwikkelen zich van het ‘traditionele’ kennisinstituut naar een ‘schoolconcept’ waarin er sprake is van een flexibele, dynamische en op veel plekken aanwezige leeromgeving.
  • Onderwijsinstellingen kiezen steeds vaker voor concentratie op minder locaties en voor een campusmodel. Hierdoor komen er meer gebouwen leeg te staan.
  • Samen met kinderopvang-, onderwijspartners en overige betrokken partijen in de wijk (zoals sport en cultuur) werken we in Breda toe naar Integrale Kindcentra (IKC) met als ambitie: een doorlopende leerlijn voor kinderen van 0 – 12 jaar waarbij opvang en onderwijs meer geïntegreerd zijn.

Gemeentelijk maatschappelijk vastgoed

  • Alle gemeentelijke gebouwen, die op de lijst van af te stoten maatschappelijk vastgoed stonden, zijn inmiddels verkocht.

Erfgoed

  • In de herijking van "Erfgoed in context" wordt uitgewerkt welke rol de gemeente Breda kan spelen bij het financieren van het herbestemmen.

Financiën

De huidige 26 grondexploitaties zijn samen als geheel flink verbeterd. Vergeleken met een half jaar geleden zijn de resultaten € 4,6 mln gunstiger. De hoofdredenen voor de verbetering zijn:

  • De markt trekt aan: Het gaat goed met de verkoop van bouwgrond voor woningen. Ook bedrijfsterrein is zeer in trek, en dan met name het nieuwe bedrijventerrein Rithmeesterpark.
  • Het bouw- en woonrijp maken van te verkopen grond pakt op veel plaatsen goedkoper uit dan eerder gedacht.
  • De rekenrente in grondexploitaties is gedaald door gewijzigde regels in het  ‘Besluit Begroting en Verantwoording voor gemeenten’ (BBV), en daar profiteren de grondexploitaties van. De factor tijd weegt daardoor minder zwaar.

Grondexploitaties met een negatief saldo:

  • Dit zijn 11 van de 26 grondexploitaties. Samen verbeteren ze flink (€ 5,1 mln), maar blijven negatief.
  • De grondexploitaties Rithmeesterpark, Bouverijen en Stationskwartier verbeteren het sterkst.
  • De Voorziening Negatieve Planresultaten (VNP) dekt de tekorten van deze 11 exploitaties af. Volgens deze herzieningsronde kan de VNP eind 2016 worden verlaagd van € 71,3 mln naar € 66,2 mln. Dit is een vrijval van € 5,1 mln.
  • Het BBV schrijft een andere berekening van de VNP voor. Hierdoor wordt de VNP met nog eens € 1,1 mln verlaagd.

Grondexploitaties met positief of neutraal saldo:

  • Dit zijn 15 van de 26 grondexploitaties. Samen verslechteren ze licht (€ 0,5 mln), maar blijven positief.
  • Alle positieve grondexploitaties samen (onze ‘verdiencapaciteit’) zijn € 27,2 mln waard.
  • De grondexploitatie Waterdonken gaat als enige (fors) achteruit. Ondanks de weer aantrekkende woningmarkt blijft de opbrengst van enkele planonderdelen achter bij eerdere verwachtingen.
  • Eikberg en Heilaar Noord gaan juist flink vooruit in resultaat.
  • Eind 2016 worden 7 grondexploitaties afgesloten. Er valt dan € 3,35 mln vrij uit de verdiencapaciteit.
  • Eind 2016 wordt tussentijds winst worden genomen uit twee grondexploitaties. Er valt dan € 1,45 mln vrij uit de verdiencapaciteit.
  • Volgens de huidige inzichten zullen we over het positieve resultaat de komende jaren vennootschapsbelasting moeten betalen. Hoeveel dat daadwerkelijk wordt, is ook afhankelijk van de resultaten van andere gemeentelijke afdelingen.  

Meerjarenprognose

  • In alle grondexploitaties samen moet nog € 145 miljoen aan opbrengsten en € 89 miljoen aan kosten worden gerealiseerd. De drie grootste projecten; Teteringen, Stationskwartier en Rithmeesterpark bevatten samen 69% van de opbrengsten en 81% van de kosten.
  • De verkoopopgave voor woningbouw is nog € 85 miljoen groot. Hiervan moet 65% gerealiseerd worden in de projecten van Teteringen.
  • De verkoopopgave voor bedrijfsterrein bedraagt € 34 miljoen. Hiervan moet 69% worden gerealiseerd op Rithmeesterpark.
  • De verkoopopgave voor kantoren is met € 6 miljoen relatief gering. De opgave is voor 81% geconcentreerd in het Stationskwartier.

Aantal grondexploitaties

  • Het aantal nu actieve grondexploitaties daalt van de huidige 26 naar 3 in 2021.  Dit proces voltrekt zich zeer snel, nog versterkt door het aantrekken van de markt.
  • Directe regie op de ruimtelijke en programmatische ontwikkeling van Breda wordt daardoor minder.
  • Het moment waarop de gemeente nagenoeg geen particuliere kavels voor zelfbouw en cpo meer kan aanbieden wordt in 2017 bereikt.
  • Ook de sterk aantrekkende vraag die zich manifesteert op onze enige grote bedrijvenlocatie Rithmeesterpark verdient een antwoord. Deze grondexploitatie heeft een looptijd tot 2024, maar nog geen jaar na de verkoopstart is nu al 26% verkocht, in optie of gereserveerd.
  • Als Breda zelf grond wil blijven uitgeven voor particuliere woningbouw, cpo en bedrijfsvestigingen moet op korte termijn worden besloten of nieuwe grondexploitaties worden opgestart. Het opstarten van grondexploitaties en bijbehorende ruimtelijke plannen vergt immers de nodige tijd.
  • Het opstarten van nieuwe grondexploitaties op specifieke locaties, gecombineerd met adequaat risicomanagement, past geheel binnen de kaders van de vigerende nota Grondbeleid uit 2014.

Panden en Gronden

  • De voorraad panden en gronden neemt in 2016 weer verder af. De verkoop van objecten levert in 2016 een boekwinst op van € 5,6 miljoen. In de tweede helft van 2016 worden de objecten opnieuw gewaardeerd.
  • Dit jaar neemt de voorraad strategische gronden toe met de aankoop van het Belastingkantoor. De waarde waarvoor deze in de boeken wordt opgenomen, zal in de tweede helft van 2016 worden bepaald.
  • Vanaf 1 januari 2017 komt het volledige eigendom en beheer van het Klavers Jansen complex naar de gemeente. Van een aantal gebouwen wordt de sloop voorbereid. De staat van deze gebouwen is dermate slecht dat de kosten van onderhoud te hoog zijn.

In het jaarrekeningresultaat worden de kosten en opbrengsten van de verschillende onderdelen met elkaar verrekend. De werkelijke resultaat in 2016 wordt bepaald door de verkopen die ook echt hebben plaatsgevonden. Daarnaast worden alle kosten die gemaakt zijn voor de verkopen hier mee verrekend. In de tweede bestuursrapportage is een verwacht resultaat voor 2016 opgenomen van € 14,4 miljoen.

Risico`s en weerstandsvermogen

  • De risico’s van de grondexploitaties en de overige panden en gronden nemen met € 2,1 miljoen af in vergelijking met de jaarrekening 2015. Dit komt vooral omdat er geen objecten meer aangekocht worden en wel verkocht. De totale risico's zijn becijferd op € 26 miljoen. Dit bedrag is opgenomen in het weerstandsvermogen van de gemeente.
  • De risico’s van het faciliterend grondbeleid zijn voor de voornaamste (meest risicovolle) projecten in beeld gebracht. Ten opzichte van de jaarrekening 2015 zijn hierin geen wijzigingen. De blokkering in het weerstandsvermogen van € 3,8 miljoen is hiervoor toereikend.
  • Voor de grondexploitaties met een positief resultaat, vormt dit resultaat een extra buffer tegen de risico’s. Met deze buffer wordt in het weerstandsvermogen (vanuit voorzichtigheid) geen rekening gehouden.